Nieuwe cursus Rekenen aan klimaatadaptieve maatregelen positief ontvangen

10 mei 2022

Dit voorjaar hebben we voor het eerst de cursus Rekenen aan klimaatadaptieve maatregelen georganiseerd. Deze vierdaagse cursus is door de deelnemers zeer goed ontvangen. In gesprek met Waterforum geven twee docenten een kijkje in de keuken: “Na dag 1 vroegen de cursisten wanneer ze eindelijk eens gingen rekenen!”

RKM

Artikel van Waterforum

Zoals alle docenten en cursusleiders van Wateropleidingen, zijn ook Lennard Stigter en Didrik Meijer mensen die met twee benen in de dagelijkse praktijk staan. Stigter is senior adviseur Stedelijk water bij adviesbureau Waterfeit Adviseurs en Meijer werkt bij kennisinstituut Deltares als specialist Stedelijk water. Zij vertellen waarom deze cursus belangrijk is voor projectleiders en rekenaars/constructeurs van gemeenten, ingenieursbureaus en waterschappen: “In 2050 moeten alle Nederlandse gemeenten waterrobuust en klimaatadaptief zijn ingericht. Daarvoor moeten allerlei maatregelen worden getroffen en nieuwe voorzieningen worden gecreëerd. Maar hoe ontwerp je die en hoe pas je ze toe? Er komt zoveel op de waterbeheerders af, dat veel van hen zich afvragen waar ze moeten beginnen. Deze cursus plaatst dat allemaal in perspectief."

Effect van maatregelen
De cursus start vanuit het hele watersysteem, om vervolgens per klimaatadaptieve maatregel aan te geven wat het effect van zo’n maatregel is op het totale systeem. Een belangrijke startvraag is ook: wat zijn je doelen? Wil je wateroverlast bij hevige regenbuien voorkomen of wil je de droogte in de zomermaanden bestrijden door bijvoorbeeld een groot deel van de neerslag in de bodem in te brengen?

Terugkoppeling
“De eerste cursusdag wordt er inderdaad nauwelijks gerekend en gaat het meer over het waarom en het effect van de maatregelen”, zegt Meijer. “Sommige cursisten vroegen zich af wanneer ze eindelijk gingen rekenen!” Dat werd in de overige drie cursusdagen overigens ruimschoots goedgemaakt. Er werd toen volop gerekend. “Maar ook toen was er regelmatig de terugkoppeling naar het totale watersysteem”, benadrukt Stigter. “Een rekensom uitleggen, dat kan in een dag. Maar waaróm je die som maakt en hoe je bepaalt wat belangrijk is en wat niet, daarin hebben we veel tijd en energie gestoken.”

Sommen op hoofdlijnen
In het ‘rekengedeelte’ van de cursus Rekenen aan klimaatadaptieve maatregelen gaat het volgens de docenten niet over enorm complexe en gedetailleerde rekensommen. Het gaat om sommen op hoofdlijnen, die je als het ware met de hand kunt doen. Sommen die je helpen de systeemkennis te vergroten, zonder helemaal in detail te gaan. De meeste cursisten werken in hun dagelijkse praktijk tenslotte ook niet met zwaar modelinstrumentarium.

Ruimte- en tijdschalen
“In de cursus besteden we ook nogal wat aandacht aan ruimte- en tijdschalen”, zegt Stigter. “Als je een hele stad waterrobuust wilt maken, ben je met een heel andere analyse bezig dan als je de wateroverlast na hevige neerslag in een bepaalde straat wilt oplossen. Dat zijn twee verschillende problemen, op verschillende schaalniveaus.” Hij geeft ook nog een voorbeeld van de tijdschalen: “Bij een hevige regenbui kan een rioolstelsel in enkele minuten vol staan, maar een oppervlaktewatersysteem kan dan gemakkelijk de volgende dag pas een piek bereiken. En grondwater reageert nóg trager. Je moet die zaken eerst in het juiste perspectief plaatsen voordat je eraan gaat rekenen.”

Welke knoppen?
Meijer resumeert: “In onze cursus leren de cursisten te doorgronden hoe een watersysteem werkt en aan welke knoppen je kunt draaien. Het werkniveau van de cursist is van ondergeschikt belang, het gaat er vooral om dat hij of zij leert in het systeem te denken. Uiteraard is het belangrijk dat je foutloos rekent, maar weten waaraan je rekent is belangrijker dan het rekenen op zich!”

Interactief
Doordat het hele watersysteem als basis wordt gebruikt, kunnen cursisten vanuit verschillende achtergronden allemaal onderdelen vinden die aansluiten op hun werkgebied. Een leverancier richt zich op andere onderdelen dan een gemeente en een waterschap wéér op iets anders. Zij hebben volgens de twee docenten vanuit hun eigen achtergrond allemaal hun eigen problemen of vragen kunnen inbrengen. Daarbij leren ze ook veel van elkaar.

‘Zeer gewaardeerd’
Vanuit de cursisten wordt dat laatste ook als zeer positief ervaren. “Ik heb de interactie als zeer leerzaam ervaren”, reageert een van de cursisten in een (anonieme) survey. Een ander noemt de diverse achtergronden van de deelnemers als een groot pluspunt en weer een ander juist de mogelijkheid om zelf eigen casussen in te brengen. Met name in cursusdag 2, 3 en 4 hebben de docenten heel bewust ruimte gemaakt voor concrete rekenopgaven die de deelnemers zelf konden inbrengen. Die zijn vervolgens in het lesmateriaal opgenomen. “Daardoor zag je ook heel goed dat de deelnemers aan de cursus zeer gemotiveerd waren”, besluit Stigter. “We merkten al snel dat de cursisten graag iets over hun eigen praktijk met de rest wilden delen. Dat leverde heel mooie interactie op. Die zeer werd gewaardeerd, heb ik het idee.”